Netwerk

Om dit toestel te gebruiken door het te verbinden met een thuisnetwerk (LAN), moet u de netwerkinstellingen configureren.

Als u uw thuisnetwerk (LAN) instelt via DHCP, stelt u “DHCP” in op “Aan”. (gebruik de standaardinstelling.) Hierdoor kan het toestel uw thuisnetwerk (LAN) gebruiken.

Wanneer u een IP-adres handmatig toewijst aan elke apparaat, moet u een IP-adres toewijzen aan dit toestel via de instellingen “IP-adres” en moet u informatie invoeren over uw thuisnetwerk (LAN) zoals het gatewayadres en subnetmasker, enz.

naar boven