Diagnose
Wordt gebruikt voor het controleren van de netwerkverbinding.
Fysieke verbinding
Controleert de fysieke LAN-poortverbinding.
OK |
|
Fout: |
De LAN-kabel is niet aangesloten. Controleer de aansluiting. |
Als u een verbinding hebt gemaakt met een draadloos LAN, verschijnt “Aansluiting Draadloos (Wi-Fi)”.
Toegang router
Controleert de verbinding van dit toestel met de router.
OK |
|
Fout: |
Kan niet communiceren met de router. Controleer de routerinstellingen. |
Internettoegang
Controleert of dit toestel internettoegang heeft (WAN).
OK |
|
Fout: |
Kan geen internetverbinding maken. Controleer de omgeving voor de internetverbinding of de routerinstellingen. |