Smart Select-functie
Instellingen als de ingangsbron, het volumeniveau en de geluidsfunctie kunnen onder de SMART SELECT 1-4 toetsen worden vastgelegd.
U kunt eenvoudigweg op een van de geregistreerde SMART SELECT-toetsen drukken tijdens weergave om naar een groep opgeslagen instellingen te schakelen.
Door vaak gebruikte instellingen op te slaan onder de SMART SELECT 1-4 toetsen, kunt u altijd snel en gemakkelijk dezelfde weergave-omgeving oproepen.
De Smart Select-functie kan voor iedere zone worden vastgelegd.
De SMART SELECT-toets op dit toestel kan alleen voor bediening van de MAIN ZONE worden gebruikt.