De geschikte volumecorrectieverwerking wordt uitgevoerd volgens het ingevoerde audioformaat en de instellingen zodat het volume mogelijk niet de maximumlimiet bereikt.

Het volume van de Bluetooth-hoofdtelefoon kan niet afnemen.

Het volume van de Bluetooth-hoofdtelefoon kan niet worden geregeld vanaf dit toestel. Gebruik een Bluetooth-hoofdtelefoon met volumeregeling.

Er wordt geen geluid weergegeven met de HDMI-aansluiting.

Controleer de verbinding van de HDMI-aansluiting. koppeling

Stel “HDMI audio uit” in het menu in op “AVR” bij de weergave van HDMI-audio via de luidsprekers. Om uit te voeren vanaf de tv, stelt u “TV” in. koppeling

Wanneer u de HDMI bediening-functie gebruikt, moet u controleren of de audio-uitgang is ingesteld op de AV-versterker op de tv. koppeling

Wanneer een met de eARC-functie compatibele televisie is aangesloten, wordt er geen televisie-audio uitgevoerd vanaf de luidspreker die verbonden is met dit toestel.

De eARC-functie-instellingen zijn mogelijk vereist, afhankelijk van de met de eARC functie compatibele televisie die u gebruikt. Controleer of eARC op aan staat als deze instelling op uw televisie bestaat. Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor meer informatie.

Controleer of de ingangsbron van dit apparaat “TV Audio” is.

De eARC-functie werkt niet wanneer de HDMI-ingang is ingesteld op de “TV Audio”-ingangsbron. Om de werking van de eARC-functie in te schakelen, verwijdert u de instelling van de HDMI-ingang, start u dit toestel en de televisie opnieuw op. koppeling

Er komt geen geluid uit een specifieke luidspreker.

Controleer of de luidsprekerkabels goed zijn aangesloten.

Controleer of een andere optie dan “Geen” is ingesteld voor de instelling “Luidspr. config.” in het menu. koppeling

Controleer de instelling “Toewijsmodus” in het menu. koppeling

Wanneer de geluidsmodus “Stereo” en “Virtual” is, wordt audio alleen uitgevoerd vanaf de luidsprekers voor en de subwoofer.

Er wordt geen audio uitgevoerd vanaf de achterste surroundluidspreker als “Speaker Virtualizer” is ingesteld op “Aan” wanneer “Luidspr. config.” - “Surr. Back” is ingesteld op “1 luidspr.” in het menu. koppeling

Wanneer “Luidspr. config.” - “Surr. Back” is ingesteld op “2 luidspr.”, “Luidspr. config.” - “Center” is ingesteld op “Groot” of “Klein” en de geluidsmodus is ingesteld op “IMAX DTS”, komt er surroundgeluid uit de achterste surroundluidspreker. Er wordt geen audio uitgevoerd vanaf de surround luidspreker. koppeling

Er komt geen geluid uit de subwoofer.

Controleer de subwoofer-aansluitingen.

Schakel de subwoofer in.

Stel “Luidspr. config.” - “Subwoofer” in het menu in op “1 luidspr.” of “2 luidspr.”. koppeling

Als “Luidspr. config.” - “Front” in het menu is ingesteld op “Groot”, wordt er, afhankelijk van het ingangssignaal en de geluidsmodus, mogelijk geen geluid uitgevoerd vanaf de subwoofer. koppeling

Als er geen subwoofer audiosignaal (LFE) is opgenomen in de ingangssignalen, wordt er mogelijk geen geluid uitgevoerd vanaf de subwoofer. koppeling

U kunt de subwoofer altijd geluid laten weergeven door de “Subwoofermodus” in te stellen op “LFE+Main”. koppeling

Er wordt geen DTS-geluid weergegeven.

Controleer of de instelling voor de digitale uitgang op het aangesloten apparaat is ingesteld op “DTS”.

Dolby Atmos, Dolby TrueHD, DTS-HD, Dolby Digital Plus audio wordt niet weergegeven.

Maak HDMI-verbindingen. koppeling

Controleer de instelling voor de digitale uitgang op het aangesloten apparaat. Op sommige apparaten is “PCM” standaard ingesteld.

DTS Neural:X-modus kan niet worden gekozen.

DTS Neural:X kan niet worden geselecteerd wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt.

Dolby-surroundmodus kan niet worden geselecteerd.

Dolby Surround kan niet worden geselecteerd wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt.

IMAX DTS:X kan niet worden gekozen.

IMAX DTS:X En IMAX DTS kunnen niet worden geselecteerd, maar DTS:X en DTS wel, wanneer de hoofdtelefoon wordt gebruikt.

Er kunnen geen andere geluidsmodi dan “Stereo” of “Direct” worden geselecteerd.

Alleen “Stereo” of “Direct” kan worden geselecteerd voor de geluidsmodus als Headphone:X-signalen worden ingevoerd.

Audyssey MultEQ_® XT32, Audyssey Dynamic EQ_®, Audyssey Dynamic Volume_® en Audyssey LFC™ kunnen niet worden geselecteerd.

Deze kunnen niet worden geselecteerd wanneer u geen Audyssey_® setup hebt uitgevoerd. koppeling

Schakel naar een andere geluidsmodus dan de “Direct” of “Pure Direct”. koppeling

U kunt Audyssey Dynamic EQ_®, Audyssey Dynamic Volume_® en Audyssey LFC™ niet selecteren wanneer de geluidsmodus in “DTS Virtual:X” staat of de naam van de geluidsmodus “+ Virtual:X” bevat.

Deze kunnen niet worden geselecteerd wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt.

“M-DAX” kan niet worden gekozen.

Controleer of een analoog signaal of PCM-signaal (bemonsteringsfrequentie = 44,1/48 kHz) wordt ingevoerd. Voor weergave van meerkanaals signalen als Dolby Digital of DTS surround, kan “M-DAX” niet worden gebruikt. koppeling

Schakel naar een andere geluidsmodus dan de “Direct” of “Pure Direct”. koppeling

Er wordt geen audio uitgevoerd van PRE OUT of luidsprekers voor ZONE2/ZONE3.

In ZONE2/ZONE3 kan de audio worden afgespeeld wanneer signalen die worden ingevoerd van digitale aansluitingen (OPTICAL/COAXIAL) in 2-kanaals PCM-formaat zijn.

In ZONE2 kan de audio worden afgespeeld wanneer signalen die worden ingevoerd van de HDMI aansluiting in 2-kanaals PCM-formaat zijn. Om de audio af te spelen in ZONE2, ongeacht het formaat van het ingangssignaal, stelt u “HDMI-audio” in het menu in op “PCM”. Afhankelijk van het afgespeelde apparaat, mag de audio niet worden afgespeeld, zelfs niet met deze instelling. Stel in dat geval het audioformaat in op “PCM (2ch)” op het afgespeelde apparaat. koppeling

Verwijder bij het luisteren naar het geluid van een Bluetooth-apparaat in ZONE2/ZONE3 voorwerpen tussen het Bluetooth-apparaat en dit toestel en gebruik binnen een afstand van ongeveer 30 meter.