Instelprocedure
Schakel de HDMI-besturingsfunctie van dit toestel in.
Stel “HDMI bediening” in op “Aan”. koppeling
Schakel de stroom in van alle apparatuur die aangesloten wordt door de HDMI-kabel.
Stel de HDMI-besturingsfunctie in voor alle apparatuur die middels de HDMI-kabel is verbonden.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparaten om de instellingen te controleren.
Als een van de apparaten losgekoppeld is, voert u stap 2 en 3 uit.
Schakel de TV-input naar de HDMI-ingang die aangesloten is op dit toestel.
Schakel de ingangsbron van dit toestel om te controleren of de video van de speler die is aangesloten via HDMI, correct wordt weergegeven.
Wanneer u de TV in stand-by zet, dient u te controleren of het toestel ook in stand-by wordt gezet.
OPMERKING
Sommige functies werken mogelijk niet afhankelijk van de aangesloten TV of speler. Controleer op voorhand de gebruikershandleiding van elk apparaat.
De HDMI ZONE2-functie is niet compatibel met de HDMI-bedieningsfunctie.
Wanneer de HDMI ZONE2-functie is gebruikt met “HDMI bediening” terwijl het menu is ingesteld op “Aan”, zal de HDMI ZONE2-regelfunctie mogelijk niet optimaal werken.