Zoekresultaat
De cijfertoetsen gebruiken
Geef het scherm weer waarop u tekens kunt invoeren.
Om een teken te wijzigen, gebruikt u om de cursor uit te lijnen op het teken dat u wilt wijzigen.
Druk op +10 om het type teken te selecteren (hoofdletter, kleine letter, letters met onderscheidingstekens of cijfers).
Gebruik 0 – 9, +10 tot het gewenste teken wordt weergegeven.
In de onderstaande tabel ziet u de tekentypes die u kunt gebruiken.
Herhaal stappen 2 en 3 om tekens in te voeren en druk dan op ENTER om ze op te slaan.