Zoekresultaat
Aansluiting
Selecteer of het thuisnetwerk moet worden verbonden met een draadloos LAN of een bekabeld LAN.
Wanneer u een verbinding maakt met het netwerk via een bekabeld LAN, selecteert u “Bekabeld” na het aansluiten van een LAN-kabel.
Wanneer u verbinding maakt met het netwerk via een draadloos LAN, selecteert u “Wi-Fi” en configureert u de “Wi-Fi-installatie”. koppeling
Wi-Fi: |
Gebruik de functie Draadloos LAN (Wi-Fi) om te verbinden met een netwerk. |
Bekabeld: |
Gebruik een LAN-kabel om te verbinden met een netwerk. |
Wi-Fi-inst.
Verbinden met een draadloze LAN-router (Wi-Fi).
De router kan op de volgende manieren worden aangesloten. Selecteer de verbindingsmethode volgens uw thuisomgeving.
“Wi-Fi-inst.” wordt niet in het instelmenu weergegeven wanneer “Aansluiting” in het instelmenu is ingesteld op “Bekabeld”.
Auto-Scan
Selecteer het netwerk waarmee u een verbinding wilt maken uit de lijst met mogelijke netwerken die op de display worden weergegeven.
Selecteer “Opn.scannen” als het netwerk niet kan worden gevonden.
Deel WiFi instellingen vanaf iOS apparaat
Gebruik uw iOS-apparaat (iPhone/iPod/iPad) om een verbinding te maken met het netwerk. Door uw iOS-apparaat op dit toestel aan te sluiten met het gebruik van Wi-Fi, kan het toestel automatisch worden verbonden met hetzelfde netwerk als uw apparaat.
De firmwareversie van het iOS-apparaat moet iOS 7 of later ondersteunen.
WPS-router
Gebruik een WPS-compatibele router om de verbinding te maken met behulp van de drukknopmethode.
De tijd voor het indrukken van de knop verschilt afhankelijk van de router.
Handmatig
Voer de naam (SSID) en het wachtwoord in van het netwerk waarmee u wilt verbinden.
SSID: |
Voer de naam in van het draadloos netwerk (SSID). |
Beveiliging: |
Selecteer de coderingsmethode volgens de coderingsinstelling van het toegangspunt dat u gebruikt. |
Wachtwoord: |
Voer het wachtwoord in. |
De draadloze LAN-instellingen (Wi-Fi) van dit toestel kunnen ook worden geconfigureerd vanaf een pc of tablet die een draadloze LAN-verbinding ondersteunt.
Stel “1” in als standaard voor de sleutel van de router wanneer verbinding met een versleuteld WEP-netwerk wordt gemaakt. (Standaard wordt “1” als sleutel voor dit toestel gebruikt.)