Zoekresultaat
Instellingen
U kunt gedetailleerde instellingen voor het netwerk maken.
Om de netwerkomgeving te wijzigen, voert u “Snel instellen” uit. (Meer informatie over de bewerkingen, vindt u in de aparte “Quick Setup Guide”.)
Als u een breedband router (DHCP-functie) gebruikt, hoeft u geen instellingen te maken bij Instellen van het “IP Address” en “Proxy”, aangezien de DHCP-functie op “Aan” is ingesteld bij de standaardinstellingen van dit toestel.
Stel uitsluitend “Instellingen” in bij het verbinden met een netwerk zonder de DHCP-functie.
Bedraad netwerk instellen
DHCP
Selecteert hoe u het netwerk aansluit.
Aan (Standaard): |
Configureer de netwerkinstellingen automatisch vanaf uw router. |
Uit: |
Configureer de netwerkinstellingen handmatig. |
IP Address
Stel het IP-adres binnen de hieronder getoonde bereiken in.
De Network Audio-functie kan niet worden gebruikt als andere IP-adressen worden ingesteld.
CLASS A: 10.0.0.1 - 10.255.255.254
CLASS B: 172.16.0.1 - 172.31.255.254
CLASS C: 192.168.0.1 - 192.168.255.254
Subnet Mask
Wanneer u een xDSL-modem of -aansluitingsadapter rechtstreeks op dit toestel aansluit, moet u het subnetmasker aangeduid in de door uw provider geleverde documentatie invoeren. Normale invoer 255.255.255.0.
Gateway
Bij aansluiting op een gateway (router) voert u het IP -adres ervan in.
Primary DNS, Secondary DNS
Als in de door uw provider geleverde documentatie slecht één DNS-adres is opgegeven, voert u dit in voor “Primary DNS”. Als er twee of meer DNS worden geboden door uw provider, voert u er een in voor “Secondary DNS”.
Proxy
Maak deze instelling als u verbinding maakt met het internet via een proxy server.
Geef de proxy-instellingen alleen op wanneer u een internetverbinding maakt via een proxyserver die op uw intern netwerk zit, door uw provider is geboden, enz.
Proxy (Uit) of Proxy (Aan): |
Stelt de proxyserver in. |
Proxy (Adres) of Proxy (Naam): |
Selecteer als u invoert via adres of domeinnaam. |
Adres of Naam: |
Adres of domeinnaam invoeren. De snelkeuze naam mag maximaal 38 tekens lang zijn. |
Poort: |
Voer het poortnummer in. |
Controleer de aansluiting en de instellingen opnieuw als u geen toegang krijgt tot het Internet. koppeling
Raadpleeg uw ISP (Internet Service Provider) of de plaats waar u de computer heeft gekocht indien u geen internetverbinding kunt maken.
Wi-Fi Setup Methode
In dit menu kunnen Wifi-instellingen en verbindingen worden opgegeven via een van de vijf verbindingsmethoden
Auto-Scan / Deel WiFi instellingen vanaf iOS apparaat / WPS (Wi-Fi Protected Setup) / Web Browser Setup / Handmatig |
Indien een LAN-kabel is aangesloten dient u deze te verwijderen.
Raadpleeg de “Quick Setup Guide” voor meer informatie over het verbinden met Wi-Fi met de knop Wi-Fi CONNECT op het achterpaneel.
Auto-Scan
Dit zoekt automatisch naar netwerken.
Selecteer “Scan nogmaals” als het netwerk niet kan worden gevonden.
Default Key: |
Selecteer de standaardsleutel. Wanneer u een verbinding maakt met een WEP-gecodeerd netwerk, wordt het menu “Default Key” weergegeven. |
Wachtwoord: |
Voer het wachtwoord in. |
DHCP/Proxy: |
Voert de DHCP en proxy-instelling uit. (DHCPkoppeling, Proxykoppeling) |
Test connectie: |
Test de verbinding. |
Deel WiFi instellingen vanaf iOS apparaat
U kunt een iOS-apparaat, zoals een iPhone of iPad gebruiken voor het configureren van de Wi-Fi-instellingen.
Na het selecteren van dit item, selecteert u Instellingen/Wi-Fi op het startscherm van het iOS-apparaat. Selecteer “Marantz M-CR611” onderaan op het scherm en volg dan de instructies voor het instellen die worden weergegeven op het iOS-apparaat.
Zie “Quick Setup Guide” voor meer informatie.
De iOS-versie moet 7 of later zijn.
WPS (Wi-Fi Protected Setup)
Web Browser Setup
Gebruik een webbrowser om Wifi in te stellen.
Er is een Wifi-apparaat nodig dat zoekbewerkingen op het web kan uitvoeren.
Het IP-adres (192.168.1.16) verschijnt op het toestel.
Voorbeeld 1 Netwerkinstelling 1
Netwerkverbindingsinstellingen
( Voorbeeld 2 )
Voorbeeld 2 Netwerkinstelling 2
Netwerkverbindingsinstellingen
De items die worden weergegeven kunnen verschillen afhankelijk van de geselecteerde items en de verbindingsstatus.
Nadat elk item is geselecteerd, wacht u even tot het display is bijgewerkt.
Om de netwerkverbindingsinstellingen toe te passen, klikt u op “Test Connection” nadat u de wijzigingen hebt uitgevoerd.
Handmatig
Stelt de draadloze verbinding handmatig
SSID : |
Voer de naam in van het draadloos netwerk (SSID). |
Security: |
Selecteer de coderingsmethode volgens de coderingsinstelling van het toegangspunt dat u gebruikt. |
Default Key: |
Selecteer de Default Key. Wanneer u een verbinding maakt met een “WEP”-gecodeerd netwerk, wordt het menu “Default Key” weergegeven. |
Wachtwoord: |
Voer het wachtwoord in. |
DHCP/Proxy: |
Voert de DHCP en proxy-instelling uit. (DHCPkoppeling, Proxykoppeling) |
Test connectie: |
Test de verbinding. |