Meten met Dirac Live software

De Dirac Live-software wordt gebruikt voor de meting. Volg de instructies in de Dirac Live-software om de metingen uit te voeren.

De Dirac Live-software starten.
Inloggen in uw Dirac Live-account.

Voer de accountgegevens in die u op de Dirac Live website hebt aangemaakt.

DiracLive1
Het product dat u wilt meten selecteren.

De software detecteert producten die compatibel zijn met Dirac Live op hetzelfde netwerk als de computer en geeft ze weer op het scherm.

DiracLive2_Mz

Klik op Icon_Rescan (Opnieuw scannen) als dit toestel niet wordt gevonden.

Klik op de knop Icon_IP (IP) om dit toestel handmatig te detecteren door het IP-adres in te voeren.

Klik op de knop Icon_DiracMenu (Menu) om het menu weer te geven. Hiermee kan u de taal selecteren en projecten opslaan en importeren.

Klik op de knop Icon_Help (Help) om een helppagina voor elk scherm te bekijken.

Als u al metingen hebt gemaakt met Dirac Live

U kunt het meetproces overslaan door het projectbestand dat u hebt opgeslagen met uw vorige metingen, te laden na dat u dit toestel hebt geselecteerd. Een filter maken op basis van een bestaand projectbestandkoppeling

Wanneer u het projectbestand laadt, kunt u nieuwe filteropties, zoals Bass Control gebruiken om filters te maken op basis van uw vorige meetresultaten. 9-2 Bij gebruik van Bass Management of Dirac Live Bass Control™koppeling

De microfoon aansluiten die zal worden gebruikt voor de metingen op een USB-poort van de computer of dit toestel.

De microfoon wordt weergegeven in de Dirac Live-software wanneer deze is aangesloten.

Wanneer u de microfoon op de computer aansluit

Connect Mic1_AV10

Wanneer u de microfoon op dit toestel aansluit

Connect Mic2_AV10
OPMERKING

Als uw toestel twee USB-poorten heeft, sluit u de microfoon aan op de USB-poort op het voorpaneel.

De microfoon selecteren die u voor de metingen gaat gebruiken.
DiracLive3_Mz

Als de microfoon die u voor de metingen gebruikt met een kalibratiebestand wordt geleverd, moet u het kalibratiebestand ook opladen in de Dirac Live-software

Klik op “No microphone calibraton” op de microfoon (rood weergegeven) om het kalibratiebestand te laden.

DiracLive3_memo

Nadat u de microfoon hebt geselecteerd, klikt u op “Proceed to Volume Calibration” (Verdergaan naar volumekalibratie).

OPMERKING

De interne microfoon van de computer en andere via USB aangesloten opnameapparaten worden ook weergegeven. Zorg ervoor dat u de microfoon selecteert die u voor deze metingen hebt aangesloten.

Het uitgangsniveau voor de metingen en het ingangsniveau voor de microfoon aanpassen.

Pas de uitgang van alle aangesloten luidsprekers aan naar een geschikt niveau, zodat de metingen goed kunnen worden uitgevoerd.

DiracLive4_Mz
Zet de microfoon die u voor de metingen gaat gebruiken op het microfoonstatief en plaats het statief op het belangrijkste luisterpunt.

Richt de punt van de microfoon naar het plafond en stel de hoogte af volgens de hoogte van de oren van een zittende luisteraar.

Stel de microfoonversterking in op 100%.
Stel Master output (Masteruitvoer) in op ca. -55,0 dB.
Selecteer een luidspreker en druk op de knop White-Arrow-Right .

De geselecteerde luidspreker geeft een testtoon en het gedetecteerde geluid wordt weergegeven op een niveaubalk.

Stel de master-uitvoer zo in dat het gedetecteerde geluid ongeveer -15,0dB tot -30,0dB is.
Speel de testtoon van de volgende luidspreker af en controleer of de uitvoer op de niveaubalk tussen -15,0dB en -30,0dB ligt.

Als de testtoon buiten dit bereik ligt, pas dan het uitvoerniveau aan met de volumeregelaars in de Dirac Live-software voor elk kanaal.

Herhaal stap 6 voor alle luidsprekers en stel elke luidspreker zo af dat het uitvoerniveau ongeveer tussen -15,0dB en -30,0dB ligt. Wanneer u klaar bent met het aanpassen van de uitvoerniveaus, klikt u op “Proceed to Select Arrangement” (Verdergaan naar selectie van een opstelling).
OPMERKING

De weergegeven uitvoer op de niveaubalk is slechts een richtlijn, en het is mogelijk dat de niveaubalk geen -30dB bereikt, afhankelijk van uw computer of omgeving. Stel in dat geval alle kanalen in op ongeveer hetzelfde niveau.
Stel het volumeniveau iets hoger in dan het niveau dat u gewoonlijk gebruikt.

Over de voornaamste luisterpositie

De belangrijkste luisterpositie is de meest centrale positie waar men normaal gesproken zou zitten in de luisteromgeving.

Plaats de microfoon voor de meting op een microfoonstatief om ervoor te zorgen dat de meetresultaten correct zijn.

Een luistergebied selecteren
DiracLive5_Mz

Klik op “Proceed to Measure” (Verdergaan met meten) nadat u het luistergebied hebt geselecteerd.

OPMERKING

Gebruik de opstelling “Wide Imaging” in Dirac Live als uw kamer meer dan één rij zitplaatsen heeft of groot genoeg is voor meer dan twee personen.

De metingen uitvoeren.

Voer de metingen uit in elke positie.

DiracLive6_Mz
Plaats de microfoon die u gaat gebruiken voor de meting op de belangrijkste luisterpositie en richt hem recht omhoog.
Selecteer de cirkel in het midden van de afbeelding op het scherm.
Klik op “Measure Selected position” (Geselecteerde positie meten).

Uit elke luidspreker komt een testtoon en de meting begint.

Wanneer de meting klaar is, verplaatst u de microfoon naar de volgende positie.
Selecteer de volgende positie op het scherm en voer de meting uit.
Herhaal stappen 4 en 5 om de metingen in alle posities uit te voeren.

Klik op “Proceed to Filter Design” (Doorgaan naar filterontwerp) wanneer u klaar bent met de metingen.

OPMERKING

U kan verdergaan met de volgende stap (“Filter Design”) zonder in elke positie metingen te verrichten. Wij raden echter aan in elke positie metingen te verrichten, want hoe meer metingen worden verricht, hoe nauwkeuriger de kalibratie is.

Houd de kamer zo stil mogelijk tijdens de metingen. Ander lawaai zal de metingen verstoren. Sluit de ramen en schakel elektronische apparaten (Radio’s, airconditioners, neonlampen, etc.) uit. Lawaai van deze producten kan de metingen beïnvloeden.

Ga tijdens de metingen niet tussen de luidsprekers en de microfoon staan en plaats er geen grote voorwerpen.

De filters aanpassen.

Pas het filter van elk kanaal aan.

Filteropties

De functies van de filteropties die kunnen worden geselecteerd in Dirac Live-software, zijn als volgt.

“Dirac Live” is een digitale technologie voor kamercorrectie die een verfijnde analyse van uw luidsprekers en luisterkamer gebruikt.

“Bass Management” leidt frequenties van lage tonen van alle invoerkanalen naar een of meer subwoofers.

“Bass Control” is een op meting gebaseerd beheer van lage tonen, waarbij luidsprekers en subwoofers beide worden beschouwd als een compleet systeem.

9-1 Bij gebruik van Dirac Live Room Correction

DiracLive7-1_Mz

Filteropties

Om Dirac Live Room Correction te gebruiken als het filterdesign, selecteert u Dirac Live®. Filters worden berekend nadat ze zijn geselecteerd. Het kan dus even duren tot de volledige resultaten worden weergegeven.

Doelcurve

De doelcurve is de curve die wordt gebruikt om de frequentiekarakteristieken van de luidsprekers te bepalen na kalibratie door Dirac Live. U kan de doelcurve aanpassen naargelang uw voorkeuren.

Gordijnen

Gebruik de schuifregelaars op het scherm om het frequentiebereik in te stellen waarover het filter wordt toegepast.

Luidsprekerselectie

Selecteer de luidspreker waarvoor u de doelcurve wilt bewerken. U kan ook specifieke luidsprekers groeperen. Dezelfde doelcurve wordt dan toegepast op alle luidsprekers in de groep.

Klik op “Proceed to Filter Export” (Verdergaan naar filterexport) wanneer u klaar bent met het aanpassen van de filters.

OPMERKING

“Crossovers” worden niet berekend door de Dirac Live-software wanneer Dirac Live is ingesteld als de filteroptie. Stel ze, indien nodig, handmatig in op het toestel.

9-2 Bij gebruik van Bass Management of Dirac Live Bass Control™

DiracLive7-2_Mz

Filteropties

Selecteer Bass Management of Bass Control™ als het filterdesign. Filters worden berekend nadat ze zijn geselecteerd. Het kan dus even duren tot de volledige resultaten worden weergegeven.

Doelcurve

De doelcurve is de curve die wordt gebruikt om de frequentiekarakteristieken van de luidsprekers te bepalen na kalibratie door Dirac Live. U kan de doelcurve aanpassen naargelang uw voorkeuren.

Gordijnen

Gebruik de schuifregelaars op het scherm om het frequentiebereik in te stellen waarover het filter wordt toegepast.

Luidsprekerselectie

Selecteer luidsprekers om de doelcurve en het crossover-punt te bewerken. U kunt ook een groep luidsprekers van Bass Management of Bass Control door ze te slepen naar Unmanaged Channels (Onbeheerde kanalen).

Crossover-punt

Pas de crossover-frequentie van de geselecteerde groep van luidsprekers aan.

A, definieert welke frequenties hoofdzakelijk zijn toegewezen aan de subwoofers.

B, zowel subwoofers als luidsprekers met een hoog bereik zullen de frequenties ontvangen.

C, definieert de frequenties die hoofdzakelijk zijn toegewezen aan luidsprekers met hoog bereik.

Calculate (Berekenen) (alleen Bass Control™)

Als Bass Control™ is geselecteerd als de filteroptie, drukt u op de knop Calculate (Berekenen) om de filter te berekenen.

Klik op “Proceed to Filter Export” (Verdergaan naar filterexport) wanneer u klaar bent met het aanpassen van de filters.

Bass Control en Bass Management

De filters die kunnen worden gebruikt, zullen verschillen afhankelijk van uw licentie.

Bass Control verschilt fundamenteel van de traditionele oplossingen voor het beheer van lage tonen. Bass Management is een gewone AVR-functie die lage tonen uit de invoersignalen haalt en ze omleidt naar de aangesloten subwoofers.
Bass Control Biedt functies voor het beheer van lage tonen, maar de belangrijkste waarde van Bass Control is, dat deze helpt bij het optimaliseren van de luidsprekers om de nauwkeurigheid van lage tonen te verbeteren en consistente prestaties van deze tonen garandeert in het hele luistergebied van een installatie met één of meerdere subwoofers. Eenvoudig gezegd betekent dit dat elke subwoofer wordt afgestemd als onderdeel van een complete eenheid in uw luisterruimte, wat leidt tot een consistente en realistische respons, ongeacht de opstelling.

Meer details over Dirac Live, vindt u onder Dirac Live Support.
https://helpdesk.dirac.com/

OPMERKING

De optimale “Afstanden”, “Niveaus” en “Crossovers” worden berekend door de Dirac Live-software wanneer Bass Management of Bass Control™ is ingesteld als de filteroptie. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd nadat de filter is verzonden naar en ingeschakeld op het toestel. Dirac Livekoppeling

Een filter exporteren naar dit toestel.
DiracLive8_Mz
Selecteer de sleuf van een filter dat u wilt exporteren.
Geef het filter een naam.

U kan elke naam invoeren in de Dirac Live-software, maar dit toestel heeft een karakterbegrenzing. Wij raden u aan een naam van 20 tekens of minder in te geven.

Klik op Export Filter (Filter exporteren).

Het filter wordt naar dit toestel geëxporteerd. De pagina Filter Design (Filterontwerp) wordt automatisch weergegeven wanneer het exporteren is voltooid.

Meerdere filters aanmaken.

Er kunnen maximaal drie filters worden gemaakt in Dirac Live naargelang de meetgegevens. Selecteer na het aanmaken van nieuwe filters in de pagina Filter Design (Filterontwerp) het aantal ongebruikte sleuven in het scherm Filter Export (Filterexport) en exporteer de filters.

Het volgende scherm verschijnt op het scherm (GUI) van dit toestel terwijl het toestel communiceert met de Dirac Live-software. Dit toestel kan niet worden bediend terwijl dit scherm wordt weergegeven.

Als een netwerkprobleem of een ander probleem het proces verstoort terwijl dit scherm wordt weergegeven, druk dan op de BACK-toets van de afstandsbediening om dit apparaat terug te brengen naar de normale modus en Dirac Live-software opnieuw te starten.

DiracLive9
OPMERKING

U kan te allen tijde meetprojecten opslaan en importeren via het menu in de Dirac Live-software. Door een projectbestand op te slaan, kan u de metingen hervatten als ze worden onderbroken of indien nodig de meetresultaten opnieuw exporteren.

Stel de luidsprekers van dit toestel bij het importeren van een projectbestand in op dezelfde indeling als toen het projectbestand werd opgeslagen.

Als u probeert een geëxporteerd filter te overschrijven met hetzelfde filter nadat u het handmatig hebt bewerkt, kan het in bepaalde gevallen voorkomen dat de opgeslagen instellingen niet worden toegepast.
Selecteer in dat geval het filter dat u wilt overschrijven in “Filter” linksonder in het Dirac Live softwarescherm.
Het filter kan worden verwijderd door op het X teken te klikken. Exporteer vervolgens een nieuw filter.

DiracLive10_memo

naar boven