Weergave

Instellingen

Voorpaneel

Past de display-instellingen op het voorpaneel aan.

Display

Helderheid

Past de helderheid aan op het voorpaneel.

Helder
(Standaard) :

Stelt het display op het voorpaneel in op volle helderheid.

Gedimd:

Stelt het display op het voorpaneel in op 50% helderheid.

Donker:

Stelt het display op het voorpaneel in op 25% helderheid.

Uit:

Schakelt het display op het voorpaneel uit tot de bedieningselementen geactiveerd worden.

U kunt ook de weergave aanpassen door op DIMMER op het hoofdtoestel.

Zenderindicator

Stelt in of het display voor de ingangssignalen of de uitgangssignalen voor de kanaalaanduiding op het display moet worden gebruikt.

Invoer:

Gebruikt het display voor ingangssignalen voor de kanaalaanduiding op het display.

Uitgang
(Standaard):

Gebruikt het display voor uitgangssignalen voor de kanaalaanduiding op het display.

Verlichting

Helderheid

Past de helderheid van de verlichting aan.

Automatisch
(Standaard) :

Gebruikt dezelfde helderheidsinstelling als de displays.

Helder:

Stelt de verlichting in op volle helderheid.

Gedimd:

Stelt de verlichting in op 50% helderheid.

Donker:

Stelt de verlichting in op 25% helderheid.

Uit:

Schakelt de verlichting uit.

naar boven