Weergave

De cijfertoetsen gebruiken

Geef het scherm weer waarop u tekens kunt invoeren.

Om een teken te wijzigen, gebruikt u de cursortoetsen omhoog/omlaag om de cursor uit te lijnen op het teken dat u wilt wijzigen.

Druk op a/A om het type teken te selecteren (hoofdletter, kleine letter, letters met onderscheidingstekens of cijfers).
Gebruik 0 – 9 tot het gewenste teken wordt weergegeven.

In de onderstaande tabel ziet u de tekentypes die u kunt gebruiken.

Character code diacritical marks new
Herhaal stappen 2 en 3 om tekens in te voeren en druk dan op ENTER om ze op te slaan.

Druk op CLEAR om het geselecteerde teken te wissen.

Houd CLEAR 3 seconden ingedrukt om meerdere of alle tekens te wissen.

Druk op Button_Skip Right Mz om een spatie in te voegen.

naar boven