Zoekresultaat
HDMI Setup
Kies de instellingen voor HDMI video/audio-uitvoer.
Wanneer “HDMI bediening” en “HDMI doorgeven” is ingesteld op “Aan”, wordt meer stand-byvermogen verbruikt. (HDMI bedieningkoppeling, HDMI doorgevenkoppeling) Als u het toestel gedurende een lange periode niet gebruikt, is het aanbevolen om het netsnoer uit het stopcontact te trekken.
Auto Lip Sync
Automatische compensatie van tijdverschuiving in audio- en video-uitvoer.
Aan |
Automatisch corrigeren. |
Uit: |
Niet automatisch corrigeren. |
HDMI audio uit
Selecteer het uitvoerapparaat voor HDMI-audio.
AVP |
Weergave via luidsprekers die zijn aangesloten op de stroomversterker. (Audio wordt uitgevoerd van de PRE OUT-aansluiting op dit toestel.) |
TV: |
Weergave via TV die is aangesloten op het toestel. |
Wanneer de HDMI-controlefunctie is geactiveerd, wordt voorrang gegeven aan de instelling van TV-audio. koppeling
Wanneer de voeding van dit toestel is ingeschakeld en “HDMI audio uit” is ingesteld op “TV”, wordt de audio uitgevoerd als 2-kanaals van de HDMI OUT-aansluiting.
Video-uitgang
Selecteert welke HDMI-uitgangen moeten worden gebruikt.
Automatisch (Dual) |
De aanwezigheid van een TV aangesloten op de HDMI MONITOR 1 of HDMI MONITOR 2 aansluiting wordt automatisch gedetecteerd, waarna de betreffende TV-aansluiting wordt gebruikt. |
Monitor 1: |
Een TV aangesloten op de HDMI MONITOR 1 aansluiting wordt altijd gebruikt. |
Monitor 2: |
Een TV aangesloten op de HDMI MONITOR 2 aansluiting wordt altijd gebruikt. |
Wanneer de HDMI MONITOR 1- en de HDMI MONITOR 2-aansluiting beiden worden gebruikt en “Resolutie” is ingesteld op “Automatisch”, worden de signalen uitgevoerd in een resolutie die voor beide monitoren geschikt is. koppeling
Wanneer de “Resolutie”-instelling in het menu niet is ingesteld op “Automatisch”, stelt u de resolutie in “Video” - “HDMI monitor 1” en “HDMI monitor 2” in op een optie die compatibel is met beide TV’s. koppeling
U kunt controleren welke resoluties compatibel zijn met uw TV in “HDMI monitor 1” en “HDMI monitor 2”. koppeling
Dit kan worden ingesteld door op HDMI OUT op het hoofdtoestel te drukken.
HDMI bediening
U kunt de bediening koppelen van aan HDMI aangesloten toestellen die compatibel zijn met HDMI-besturing.
Aan: |
HDMI-bedieningsfunctie gebruiken. |
Uit |
HDMI-bedieningsfunctie niet gebruiken. |
Als u de HDMI-besturingsfunctie gebruikt, sluit u een TV compatibel is met HDMI-bediening aan op de HDMI MONITOR 1-aansluiting.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van alle aangesloten componenten om de instellingen te controleren.
Raadpleeg “HDMI-bedieningsfunctie” voor meer informatie over de HDMI-bedieningsfunctie. koppeling
Als de instellingen van “HDMI bediening” zijn veranderd, dient u na de wijziging steeds de stroom van de aangesloten toestellen uit te zetten.
ARC
Stel op de TV die is aangesloten op de HDMI MONITOR 1-aansluiting in of geluid wordt ontvangen van de TV via HDMI.
Aan: |
de ARC-functie gebruiken. |
Uit |
de ARC-functie niet gebruiken. |
U kunt het volume van dit toestel aanpassen via de afstandsbediening van de TV.
Bij gebruik van deze functie, gebruikt u een TV die compatibel is met ARC (Audio Return Channel) en schakelt u de HDMI-besturingsfunctie van de TV.
Wanneer “HDMI bediening” is ingesteld op “Aan”, zullen de “ARC”-instellingen automatisch schakelen “Aan”. koppeling
Als de instellingen van “ARC” zijn veranderd, dient u na de wijziging steeds de stroom van de aangesloten toestellen uit te zetten.
HDMI doorgeven
Selecteert hoe dit toestel de HDMI-signalen door de HDMI-uitgang zal voeren in de stand-bymodus.
Aan: |
Draagt de geselecteerde HDMI-ingang via de HDMI-uitgang van de AV-pretuner wanneer dit toestel in stand-bymodus is. |
Uit |
Er worden geen HDMI-signalen door de HDMI-uitgang van dit toestel gevoerd in stand-bymodus. |
Bron doorgeven
Stelt de HDMI-aansluiting in die HDMI-signalen invoert wanneer in stand-by.
Laatste |
De recentst gebruikte ingangsbron gaat naar de stand-bymodus. |
CBL/SAT / DVD / |
Door de geselecteerde ingangsbron sturen. |
“Bron doorgeven” kan worden ingesteld wanneer een van de HDMI-aansluitingen is toegewezen aan “CD” voor de ingangsbron in de instelling “Ingang toewijzen”. koppeling
“Bron doorgeven” kan worden ingesteld wanneer “HDMI bediening” is ingesteld op “Aan” of “HDMI doorgeven” is ingesteld op “Aan”. (HDMI bedieningkoppeling, HDMI doorgevenkoppeling)
TV Audio Switching
Voor het automatisch schakelen naar de “TV Audio”-ingang wanneer een via HDMI verbonden TV een geschikt CEC-bedieningssignaal naar de AVP stuurt.
Aan |
De “TV Audio”-ingang automatisch selecteren wanneer een bedieningssignaal van de TV wordt ontvangen. |
Uit: |
De “TV Audio”-ingang niet automatisch selecteren wanneer een bedieningssignaal van de TV wordt ontvangen. |
“TV Audio Switching” kunnen worden ingesteld wanneer “HDMI bediening” is ingesteld op “Aan”. koppeling
Voeding uit
Dit koppelt het op stand-by zetten van dit toestel aan externe apparatuur.
Alle |
Bij het uitzetten van een aangesloten TV zonder de ingangsbron uit te zetten, gaat dit toestel automatisch in stand-by. |
Video: |
Wanneer een ingangsbron wordt geselecteerd waaraan “HDMI”, “COMP” of “VIDEO” is toegewezen, en u de voeding van de tv uitschakelt, wordt de voeding naar dit toestel automatisch in stand-by gezet. koppeling |
Uit: |
Dit toestel is niet gekoppeld aan het aan- of uitzetten van een TV. |
“Voeding uit” kan worden ingesteld wanneer “HDMI bediening” is ingesteld op “Aan”. koppeling
Energiebesparing
Als “TV-luidspreker” is ingesteld als de audio-uitgangsinstelling van uw TV, wordt dit toestel automatisch ingesteld op de stand-bymodus om het stroomverbruik te verminderen.
Deze functie wordt geactiveerd in de volgende gevallen.
Wanneer “TV Audio” is geselecteerd als de ingangsbron van dit toestel
Wanneer u inhoud afspeelt vanaf een apparaat dat is aangesloten via HDMI
Aan: |
de functie Energiebesparing gebruiken. |
Uit |
de functie Energiebesparing niet gebruiken. |
“Energiebesparing” kunnen worden ingesteld wanneer “HDMI bediening” is ingesteld op “Aan”. koppeling
Smart Menu
Deze functie kan worden gebruikt voor het configureren van de instellingen van dit toestel, het selecteren van een ingangsbron en het instellen van tuners en Internetradiozenders via de afstandsbediening van de TV.
Aan: |
de functie Smart Menu gebruiken. |
Uit: |
de functie Smart Menu niet gebruiken. |
“Smart Menu” kan worden ingesteld wanneer “HDMI bediening” is ingesteld op “Aan”. koppeling
Als de instellingen van “Smart Menu” zijn veranderd, dient u na de wijziging steeds de stroom van de aangesloten toestellen uit te zetten.
De Smart Menu-functie werkt mogelijk niet correct, afhankelijk van de specificaties van uw TV. Stel “Smart Menu” in dat geval in op “Uit”.