Geluidsmodus die kan worden geselecteerd voor elk ingangssignaal

2-kanaals omvat ook analoge audio-invoer.

Een 2-kanaals geluidsbron wordt in 5.1-, 7.1-, 9.1-, 11.1- of 13.1-kanaals weergegeven. Dit kan niet worden geselecteerd wanneer de hoofdtelefoon wordt gebruikt of wanneer de luidsprekerconfiguratie alleen Voorluidsprekers is.

Een 2-kanaals geluidsbron wordt in 5.1-, 7.1, 9.1- of 11.1-kanaals weergegeven. Dit kan niet worden geselecteerd wanneer de hoofdtelefoon wordt gebruikt of wanneer de luidsprekerconfiguratie alleen Voorluidsprekers is.

U kunt deze optie niet selecteren wanneer u een hoofdtelefoon of een luidsprekerconfiguratie met hoogteluidsprekers gebruikt.

U kunt deze optie niet selecteren als het ingangssignaal Dolby Digital, Dolby Digital Plus, Dolby TrueHD of Dolby Atmos is.

U kunt deze optie niet selecteren wanneer u een hoofdtelefoon of een luidsprekerconfiguratie zonder voorluidspreker hoog of voorluidsprekers met Dolby Atmos gebruikt.

Deze modus kan echter niet worden gekozen bij gebruik van een hoofdtelefoon of uitsluitend voorluidsprekers.

U kunt deze optie niet selecteren wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt.

U kunt deze optie niet selecteren wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt.

De geluidsmodus die kan worden geselecteerd, verschilt afhankelijk van het audioformaat van het ingangssignaal en het aantal kanalen. Zie De typen ingangssignaal en de bijbehorende geluidsmodikoppeling voor meer informatie.

Dit kan worden geselecteerd wanneer het ingangssignaal geen Dolby Atmos bevat.

Dit kan worden geselecteerd wanneer het ingangssignaal Dolby Atmos bevat.

U kunt deze optie niet selecteren wanneer u een hoofdtelefoon of een luidsprekerconfiguratie met hoogteluidsprekers gebruikt.

U kunt deze optie niet selecteren wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt.

De geluidsmodus die kan worden geselecteerd, verschilt afhankelijk van het audioformaat van het ingangssignaal en het aantal kanalen. Zie De typen ingangssignaal en de bijbehorende geluidsmodikoppeling voor meer informatie.

Selecteerbaar wanneer “Surround Parameter” - “IMAX” is ingesteld op “Aan” in het menu en als een DTS 5.1-kanaalsignaal met 48 kHz bemonsteringsfrequentie wordt ingevoerd. koppeling

U kunt deze optie niet selecteren wanneer u een hoofdtelefoon of een luidsprekerconfiguratie met hoogteluidsprekers gebruikt.

U kunt deze optie niet selecteren wanneer u een hoofdtelefoon of een luidsprekerconfiguratie zonder voorluidspreker hoog of voorluidsprekers met Dolby Atmos gebruikt.

Deze modus kan echter niet worden gekozen bij gebruik van een hoofdtelefoon of uitsluitend voorluidsprekers.

U kunt deze optie niet selecteren wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt.

De geluidsmodus die kan worden geselecteerd, verschilt afhankelijk van het audioformaat van het ingangssignaal en het aantal kanalen. Zie De typen ingangssignaal en de bijbehorende geluidsmodikoppeling voor meer informatie.

Selecteerbaar wanneer “Surround Parameter” - “IMAX” is ingesteld op “Automatisch” of “Aan” in het menu. Wanneer “IMAX” op “Uit” is gezet, is de weergave normaal DTS of DTS:X. koppeling